donderdag 28 februari 2013

Romantiek en Realisme


1.     Personen en Begrippen
Follies: verschillende bouwsels en ruïnes in park Sonsbeek.
Ilja kabakov: hij is een hedendaagse romanticus. Bekend door zijn kunstwerk in het park bij de Aasse in Münster (‘Blickst du hinauf und liest die Worte’(1997))
William Turner (1775-1851): staat bekend om zijn landschapschilderijen, zoals ‘Sneeuwstorm-Stoomboot voor de havenmond’ (1842). Hij gebruikte de natuur als onderwerp in zijn schilderijen. Dat was tegen de tradities van de academies in.
John Constable (1776-1837): deze kunstenaar ging in tegenstelling tot andere kunstenaars echt naar buiten om te schilderijen. Hij wilde alles zo werkelijk mogelijk weergeven. Daarom werd hij beschouwd als een realist en een romanticus. Hij schilderde namelijk de natuur in haar mooiste moment, zoals in zijn schilderij ‘Kathedraal van Salisbury’ (1831).
Gothic revival: een bouwstijl waarvoor er in Europa weinig waardering was vanaf de Renaissance, omdat het volgens haar barbaars en monsterlijk was en spotte met alle klassieke regels.
John Ruskin (1819-1900): Engelse kunstenaar, bekend van zijn boek ‘The Stones of Venice’. (1853)Hij zei daarin dat we juist veel kunnen leren van de gothiek. In het boek staat zijn verslag van het nauwgezet onderzoek in Venetië dat hij naar de gothiek heeft gedaan.
William Morris: geestelijk vader van de Arts & Craftsbeweging (een samenwerking tussen kunstenaars en ambachtslieden en een herwaardering voor de bouwloges). Daarnaast was hij de oprichter van de werkgemeenschap Morris & Company. Hierin herleeft het middeleeuwse ambacht zoals Ruskin dat beschrijft (dus dat er geen scheiding bestond tussen de alwetende architect en de bouwers die alleen uitvoerde wat hun opgedragen werd.
P.J.H. Cuypers (1827-1921): Nederlandse architect. Hij leefde de ideeën van Morris en Ruskin na in zijn werk. Hij heeft het Rijksmuseum gebouwd. Laatst is er een kerk op Ameland ,die is gebouwd door hem, verbrand.
Eclectisch: een bouwstijl die bestaat uit de vroege Hollandse Renaissance en uit de gotische details. Het is van deze twee stijlen een combinatie. Deze stijlkeuze veroorzaakte hevige protesten. Sommigen vonden die stijl, geïnspireerd door architectuur van net voor de reformatie, niet nationaal genoeg.
Grand opéra: omdat de middenklasse in Parijs steeds rijker werd, kwam er steeds meer belangstelling voor theaters en opera. Hierdoor ontstond een nieuw soort opera, een die het relatief onontwikkelde publiek moet aanspreken. Dit was grand opéra waarin het spektakel een even grote rol speelde als de muziek.
Libretto’s: in een opera zijn dit de geschreven teksten die worden gezongen. Bij de grand opéra zijn ze zo geschreven dat iedere mogelijkheid voor ballet, koren en massa scènes tot het uiterste wordt benut.
Giacomo Meyerbeer (1791-1864): in zijn muziek speelt de interesse voor het individuele lot een grote rol. Hij is een bekend componist.
Chromatisch; dit wil zeggen in halvetoonsafstanden.
Ballet Blanc: een nieuw onderdeel in het romantische ballet waarin het sprookjesachtige of bovennatuurlijke wordt afgebeeld
Charles Garnier (1825-1898): architect van het operagebouw ‘Opera Garnier’ (1874) of ook wel ‘Palais Garnier’ zoals het al snel uit de volksmond kwam.
George Bizet (1838-1875): schrijver van de opera ‘Carmen’. Carmen gaat over een hoofdrolspeelster die wordt gedood door haar minnaar. Dit was een hele schok voor sommige mensen aangezien het in een familietheater was.
Exotisme: typisch aspect van de romantiek. Enkele kenmerken zijn het Spaanse decor en de muzikale sfeer. Ook de hartstocht, de jaloezieën etc. in het verhaal getuigen dat het om het exotisme gaat.
Realisme: Het realisme was een stroming in de 19e-eeuwse beeldende kunst, theater en literatuur, waarin gestreefd werd naar het weergeven van de (maatschappelijke) werkelijkheid. (bron: www.wikipedia.nl)
Richard Wagner (1813-1883): heeft een operacyclus (Der Rind des Nibelungen (1857-1874)) geschreven en deed daar zeventien jaar over. Deze operacyclus geeft ons een duidelijk beeld van zijn romantische muziekdrama.
Gesamtkunstwerk: Wagner beschouwde poëzie, decor, mise-en-scène, handeling en muziek als een eenheid hiervan.
Leidmotief: Wagner koppelde een personage, zaak of gebeurtenis aan een muzikaal motief, het leidmotief. Dat motief werd telkens afgespeeld als die personage, zaak of gebeurtenis ter sprake kwam.
Absolute muziek: de gangbare, klassieke, muzikale vormen.
Johannes Brahms (1833-1897): zijn symfonieën zijn net als de klassieke symfonieën opgebouwd uit vier delen, maar zijn toch romantisch in hun volle afwisselende orkestklank.
Programmamuziek: muziek die iets buitenmuzikaals wil uitdrukken.
Richard Strauss (1864-1949): heel beroemde Duitse componist. Hij gebruikte de ideeën van Nietzsche als inspiratiebron.
Symfonisch gedicht: een eendelige compositie voor orkest, gebaseerd op thema’s uit de literatuur, beeldende kunst of op eigen ervaringen.
Fugathema: Een element van een compositie waarin alle twaalf tonen van de chromatische toonladder voorkomen. Deze opbouw staat symbool voor het alomvattende, maar het in duistere nevelen gehulde domein van de wetenschap. Deze symboliek wordt ook versterkt door de donkere compacte klank van de contrabassen en celli als ze het fugathema neerzetten.
Marius Petipa (1818-1910): Choreograaf die wordt gezien als grondlegger van de Frans-Russische balletstijl.
Pjotr Iljitsj (1840-1893): Componist die in 1890 samen met Marius Petipa het sprookjesballet ‘De schone slaapster’ maakte.
Divertissement: Deel van een ballet met een hoge amusementswaarde en vrolijkheid voorop staat. Wordt gebruikt om een eerdere goede of mooie handeling te vieren.
Ballerina: Danseres
Klassieke as de deux: Hoogtepunt van een klassiek-romantisch ballet of een divertissement waarin er een duet plaats vind tussen de belangrijkste soliste en haar partner.
Niccolò Paganini (1782-1840): Violist die als solist te werk ging en er vroeger bekend om stond dat hij bezeten was door de duivel omdat hij zo indrukwekkend goed speelde.


Melodrama: Theater waarin een mengsel zit van geweld en sentimentalisme en een verhaal waarin na veel spanning en sensatie de deugd uiteindelijk het kwaad overwint. Hierbij wordt gebruik gemaakt van overdadige decors en theatereffecten, dans en snelle actiescènes met toepasselijke muziek die het theater zeer populair maakte.
Vaudeville: Een show waarin heel veel verschillende losstaande acts elkaar opvolgen.
Johann Strauss Jr. (1825-1899): Walskoning die samen met Joseph Lanner  amusementsmuziek speelden.
Franz Schubert (1797-1828): Componist die gezien wordt als het miskende genie, bekend door zijn liederencyclus ‘Die Winterreise’.
Caspar David Friedrich (1774-1840): Schilder die met dit idee: ‘De schilder moet niet alleen schilderen wat hij voor zich ziet, maar ook wat hij in zichzelf ziet. Als hij niets in zichzelf ziet, moet hij ophouden te schilderen wat hij voor zich ziet.’ Veel plechtige, poëtische landschappen vol religieuze betekenis schilderden.

2.     Romanticus of Realist?
Om maar meteen antwoord te geven op de vraag: Ik ben een realist, maar ook een beetje een romanticus.
Ik ben een realist omdat ik altijd gehouden heb van de impressionistische schilderijen van bijvoorbeeld Van Gogh en Monet. Ik vind het knap hoe zij de omgeving zo in zich hebben kunnen opnemen om daarna een prachtig beeld op het doek te zetten. Zelf heb ik dit vroeger ook geprobeerd, ik tekende namelijk wel eens zo precies mogelijk mooie plaatjes na die ik tegen kwam (ik keek alleen wel iets vaker dan één keer).
In een ander opzicht ben ik ook een romanticus. Ik vind kunst waarin de natuur centraal staat namelijk ook heel mooi. Vooral schilderijen waarin de kracht en de schoonheid van de natuur en dieren naar voren komt trekken mij aan.
De kunstenaar in mij is dus een evenwichtige combinatie tussen het alledaagse realisme en de natuurvolle romantiek.


3.     Vergelijking: Romantiek en Realisme

Beschrijving: ttp://users.telenet.be/eddy.vennekens/Kunstgeschiedenis/shipwreck_turner.jpg
Dit romantische schilderij kun je vooral herkennen aan de hevige natuur die centraal staat in de vorm van de krachtige zee die geen medelijden toont en als het wil alles kan vermorzelen.
Hier is ook de meeste aandacht aan besteed door de schilder, de figuranten van het schilderij hebben minder aandacht gekregen.

Beschrijving: http://www.venduehuis.com/fotos/12/0360/360.jpgDit schilderij herkennen we als een realistisch schilderij. Dit komt vooral omdat, in tegenstelling tot het vorige schilderij, hier wel meer aandacht is gelegd in de mensen gebouwen en boten van het schilderij. De natuur speelt nog wel een rol, maar de hoofdrol is hier voor de mens en wat zij gemaakt hebben.

4.     Moderne Vergelijkbare kunst

Beschrijving: http://7gabriel73.punt.nl/_contentimages/2012-10-21-19-31-34.tsunami%20schilderij.JPG


Dit schilderij kun je in mijn opzicht vergelijken met het romantische schilderij. Hier wordt ook de natuur in de vorm van water benadrukt, in dit geval ook weer door de krachtige golf die de zee creëert.

Beschrijving: http://www.venduehuis.com/fotos/14/0406/0406.JPG



En dit schilderij is te vergelijken met het realistische schilderij. Er wordt namelijk hier ook een alledaags beeld weergegeven met een bijrol voor de natuur.

woensdag 14 november 2012

Samenvatting De Bespiegeling H2&3


In de elfde en twaalfde eeuw is West-Europa een kleurrijke lappendeken, met daarin overal kleine geïsoleerde woongemeenschappen waar Feodale heren over regeren als vorst. Voedsel en goederen worden voor eigen gebruik geproduceerd. Het katholieke geloof wordt door alle volken in het vroegere West-Romeinse Rijk aanvaard. Kerken en kloosters waren belangrijk. De pelgrimages, waartoe de kerk opriep werden massaal gedaan.
Bij het binnentreden van een kerk kregen de bezoekers te maken met het verschrikkelijke laatste oordeel dat in het laatste bijbeldeel, de Apocalyps, wordt beschreven. Een verschrikkelijke vernietiging van de mensheid waarna er beoordeeld wordt of je het ware geloof hebt, alleen dan zul je na de vernietiging opstaan en toetreden tot het eeuwige leven. Dit scenario zorgde voor angst onder de mensen, angst voor de almachtige God. Hiernaast was er ook angst voor de onbekende buitenwereld. Maar daartegen zou de lagere adel bescherming bieden. Er waren namelijk heldhaftige ridders die ze zouden beschermen. De avonturen van deze ridders staan later model voor de ridderroman. In de kloosters wordt geleefd volgens vaste voorgeschreven regels. Al vanaf de 6de eeuw schrijft deze regel voor dat er op vaste tijden gebedsdiensten zijn: de getijden. Iedere week worden volgens een vast rooster alle 150 psalmen gezongen en omlijst met andere gezangen en gebeden in het Latijn.
Iedere streek had zijn eigen melodieën. Volgens oude bronnen komt het door Paus Gregorius de Grote dat hierin ordening is aangebracht. Vandaar dat de benaming voor de gezongen psalmen Gregoriaans is.
Kenmerken:
-  Een stemmige vocale (niet gezongen);
-  melodie in een niet maatgebonden ritme.
De zang van de monniken is altijd bestemd voor de liturgie. De liturgie zijn alle vaste rituelen van een mis. Het liturgisch drama ontstaat vanuit de gezongen missen, waarin zo nu en dan sprake is van een soort rolverdeling en van beperkte dialogen. Er wordt dus meer drama en spektakel toegevoegd. Polytonie had hier een bijdrage bij. Door de meerstemmige muziek kan er meer emotie worden toegevoegd aan de gezongen teksten.
Cluny is een gebied in Midden-Frankrijk. Door veel geschenken e.d. is de abdij te Cluny heel rijk geworden en konden ze honderden kloosters bouwen en hun kerk mooi versieren. Tegenwoordig ziet de Cluny-kerk er sober uit, omdat al het goud en zilver niet meer open en bloot in de kerk ligt.
In de geschriften van Bernardus van Cilairvaux wordt pracht en praal van de Cluniacenzers aangevallen. De kerken van zijn orde, de Cisterciënzers maken een soberder indruk dan de Cluny-kerken. Voor de liturgie stelt Bernardus nieuwe regels op, waarin voor uiterlijk vertoon geen plaats meer is. Inhoudt wordt belangrijker dan uiterlijk.
In Frankrijk worden hofmuzikanten troubadours of trouvères genoemd. Vaak zijn deze van adellijke komaf en hebben een opleiding in een klooster gehad. Belangrijk onderdeel van hun repertoire zijn de minneliederen, hierin wordt de hoofse liefde bezongen.
Vaganten of vagebonden zijn middeleeuwse straatartiesten die van stad naar stad trekken. Zij staan laag in aanzien. Over de kunsten van hen is nauwelijks iets bekend, omdat hun muziek weinig werd opgeschreven en een deel werd geïmproviseerd.
De Romaanse stijl hield vooral in dat de stad niet draaide om de kerk, maar bijvoorbeeld om het stadhuis. En de dikke muren waren kenmerkend en dienden voor de veiligheid van de bewoners.
De gotische stijl is kenmerkend voor dat de kerk wel centraal staat. Bij de gotische architectuur is ook meer aandacht voor versiering en door betere skeletbouw kan er hoger gebouwd worden. Kerken hadden vaak hoge spitsbogen en spitse torens.                                                              De versiering in de kerken moeten zorgen voor een sfeer tussen de hemelse heerlijkheid en het slijk der aarde. Abt Suger van de Saint Denis was iemand die dit steunde Zijn idee was om de gedachten: God is licht, over te brengen, hiervoor werden de grote glas in lood ramen bedacht.

vrijdag 9 november 2012

Tijdlijn Kunstgeschiedenis


Een kunstwerk dat mij aanspreekt

Claude Monet - Bassin aux Nymphéashttp://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/0/00/Claude_Monet-Waterlilies.jpg/300px-Claude_Monet-Waterlilies.jpg


Bassin aux nymphéas heeft Claude Monet geschildert in 1899 en is een van zijn bekendste werken.
In die tijd was Monet zeer geïnspireerd door waterlelies, hij had een vijver in zijn tuin waar hij de inspiratie vandaan haalden.
Het schilderij komt uit de periode van realisme en romantiek. 
Het kunstwerk spreekt mij aan omdat ik het realisme in kunst mooi vind, ik vind een schilderij mooi als het heel echt lijkt en dus zo realistisch mogelijk geschilderd is. Ik had in plaats van dit schilderij natuurlijk nog vele andere kunnen pakken maar dit was degene die het eerste in mij opkwam en waarvan ik dacht, dat vind ik nou mooi.